De Hoge Raad
adviseert in een uitspraak op 8 december dat de wetgever de
uitzondering, dat bloedverwanten in de tweede graad wanneer er
sprake
is van mantelzorg geen gezamenlijke huishouding voeren, te
schrappen.
De wetgever moet deze beslissing nemen. (HR:2017:3081
te vinden op rechtspraak.nl). Dit heeft grote
negatieve
gevolgen voor het inkomen van de mantelzorgers, die hun broer,
zuster
of bijvoorbeeld grootouder verzorgen omdat ze soms zelfs zonder
inkomen kunnen komen te zitten. Dit is de zoveelste
(bureaucratische)
tegenwerking van mantelzorgers, die hun naaste willen verzorgen.
Er
zijn niet alleen grote gevolgen voor de mantelzorgers, maar ook
voor
de hulpbehoevende mensen die verzorgd worden, die het door
deze uitspraak extra zwaar krijgen. De verzorging komt onder
grote
druk te staan. Een overzicht van hoe mantelzorgers en
verzorgden al worden tegengewerkt voor de
uitspraak van
de Hoge Raad vindt u op
http://www.bijstandsbond.org/activiteiten/persberichten/opsommingjanuari2018/mantelzorgers.html
De Hoge Raad heeft
de uitspraak gedaan in een procedure die was begonnen door een
mantelzorger die vond dat hij/zij geen gezamenlijke huishouding
voerde met de verzorgde. Op basis van het criterium gezamenlijke
huishouding had betrokkene geen recht op een bijstandsuitkering
omdat
de verzorgde een minimuminkomen had. Wel of geen gezamenlijke
huishouding voeren heeft grote gevolgen voor het inkomen op basis
van
de sociale zekerheidswetten.
In de procedure werd een beroep gedaan op het non-discrimintatie
beginsel van artikel 26 van het IVBPR. (Internationaal
verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten).
De advocaat van de betrokkene voerde aan, dat bij bloedverwanten
in
de tweede graad er geen sprake is van een
gezamenlijke huishouding (broer
en zuster, grootouder en kleinkind) en bij anderen wel. Dit op
basis
van artikel 3 lid 2 onderdeel a van de Participatiewet
(voor bijstandsuitkeringen) waarin deze uitzondering geregeld
is.
De
Hoge Raad heeft nu uitgesproken dat er bij het bovenstaande
artikel
in de Participatiewet inderdaad
sprake is van discriminatie. De
Centrale
Raad van Beroep had eerder in deze zaak ook uitgesproken, dat er
sprake was van discriminatie en dat om alles gelijk te trekken
niet
alleen bij bloedverwanten in de tweede graad, maar bij iedereen
in
een mantelzorgsituatie er vanuit moet worden gegaan, dat er geen
sprake is van een gezamenlijke huishouding. De Hoge Raad zet
hier een
streep door en tikt de Centrale Raad
dus op
de vingers.
Volgens de Hoge
Raad
kan deze discriminatie ook worden opgeheven door het schrappen van
deze uitzondering. De Hoge Raad acht de keuze van de CRvB, om de
uitzondering ook van toepassing te verklaren op de situatie van
belanghebbende, in strijd met het uitgangspunt van de
Participatiewet
om bij de beoordeling of een persoon recht heeft op een
bijstandsuitkering, in situaties van een gezamenlijke huishouding
rekening te houden te houden met de middelen van de partner,
ongeacht
de graad van verwantschap. De Hoge Raad acht de wijze waarop de
geconstateerde discriminatie moet worden opgeheven, in beginsel
voorbehouden aan de wetgever. Voor ingrijpen van de rechter kan
wel
aanleiding bestaan indien de wetgever na kennisneming van dit
arrest
nalaat zelf een regeling te treffen die de discriminatie opheft.
De
uitspraak betekent dat de wetgever nu een beslissing
moet nemen, gaan we de uitzondering schrappen of gaan we die op
iedereen van toepassing verklaren. Met het advies van de Hoge
Raad….
de
uitzondering
te schrappen. Dit is een
slag in het gezicht van veel mantelzorgers, die een bloedverwant
in
de tweede graad verzorgen en van
degenen
die verzorgd worden.
Veel mantelzorgers
gaan samenwonen met degene die zorg nodig heeft, om de verzorging
goed te laten verlopen. Als dan wordt aangenomen dat je een
gezamenlijke huishouding voert heeft dat grote gevolgen voor de
verzorging en op het gebied van de sociale zekerheid. Het heeft
gevolgen voor eventuele toeslagen van de belastingdienst, die
lager
kunnen worden, en wanneer bijvoorbeeld de mantelzorger of degene
die
verzorgd wordt een bijstandsuitkering heeft kan die komen te
vervallen wanneer de ander ook een inkomen heeft. Er kunnen door
alle problemen extra spanningen ontstaan tussen de verzorger en de
verzorgde.
Nu al nemen veel
potentiƫle mantelzorgers de beslissing, de verzorging niet op zich
te nemen, vanwege de grote gevolgen die dit heeft op allerlei
gebied.
Een overzicht van hoe mantelzorgers in allerlei opzichten worden
tegengewerkt kunt u vinden op
http://www.bijstandsbond.org/activiteiten/persberichten/opsommingjanuari2018/mantelzorgers.html
Naast een overzicht
is er een relaas van een mantelzorger, die zijn woning dreigt
kwijt
te raken, nu degene die hij verzorgde overleden is.
Piet van der Lende
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten